Wanneer heeft mijn hond of kat overgewicht?
Een groot deel van de Nederlanders is te zwaar, maar ook onze huisdieren hebben last van deze welvaartsziekte. Naar schatting is 35% van de honden en katten in ons land te dik.
Sommige rassen hebben aanleg om snel te zwaar te worden. Dat geldt onder meer voor de Beagle, Mopshond, Teckel, Labrador Retriever, Cavalier King Charles Spaniël en Golden Retriever. Bij katten hebben de Europese korthaar, Europese middellanghaar en Manx wat meer moeite om op een gezond gewicht te blijven.
Geldt dat ook voor jouw viervoeter? Het vaststellen van overgewicht bij huisdieren verschilt een beetje per leeftijd en ras, maar deze vragen kunnen daar bij helpen:
- Kun je de ribben van je hond of kat alleen met wat moeite (of zelfs helemaal niet) voelen met je vingers, als je je duimen op de ruggengraat plaatst?
- Is je huisdier snel buiten adem na het wandelen of andere inspanning, en snel oververhit bij warm weer?
- Krijg je regelmatig opmerkingen over de omvang van je huisdier?
- Heeft je hond of kat al-tijd zin in eten?
Kun je één of meer van de bovenstaande vragen met ‘ja’ beantwoorden? Dan is jouw hond of kat mogelijk te zwaar. Vraag indien je twijfelt de dierenarts om advies.
Waarom moet je overgewicht bij honden en katten voorkomen?
Diverse studies hebben aangetoond dat overgewicht voor een 2 tot 2½ jaar kortere levensduur zorgt bij honden en katten. Overgewicht zorgt bij huisdieren bovendien voor:
- Een grotere kans op diabetes en hartproblemen
- Snellere slijtage van (en pijn aan) gewrichten
- Vaker last van blaas- of huidproblemen
Als je lang van het gezelschap van je huisdier wil genieten, is het voorkomen (of terugbrengen) van overgewicht dus heel belangrijk!
Wat te doen als mijn hond of kat te dik is?
Net als bij mensen moet je op twee dingen letten: voeding en beweging. De juiste voeding (in de juiste hoeveelheid), in combinatie met voldoende dagelijkse beweging zorgt ervoor dat jouw hond of kat geen overgewicht ontwikkelt.
Overgewicht van je huisdier terugdringen begint bij jezelf:
- Verdeel de voeding van je hond of kat over porties die je op twee, drie of eventueel vier vaste voedingsmomenten. Houd daarbij de geadviseerde hoeveelheid aan.
- Probeer het aantal tussendoortjes te beperken. Kies bij voorkeur voor gezonde snacks en/of een tussendoortje waar voor gewerkt moet worden (bijvoorbeeld in een voerbal of Kong).
- Beloon schooien of bedelen om eten niet.
- Stimuleer beweging: geef je huisdier ruim voldoende bewegingsruimte en speel iedere dag met je hond of kat.
- Laat je hond regelmatig uit, met minimaal één langere wandeling per dag (ook als het nat of koud is). Dit is niet alleen goed voor de gezondheid van je hond, maar ook voor die van jezelf!
Lukt het ook met de bovenstaande tips niet om het overgewicht van je hond of kat te beperken of terug te dringen? Probeer dan speciale dieetvoeding, of vraag je dierenarts om hulp.